Kunststromingen FUSION

BVG HV – Keuzeopdracht, kiezen uit;

A. Schilderopdracht - combineren 2 moderne werken

B. Een modern 2d kunstwerk maken als een 3d reliëf

 

KEUZE 1: OPDRACHT schilderen

Combineer twee mooie kunstwerken van bekende kunstenaars na 1880, in één werk. In dat werk meng je de stijlen en technieken van die stromingen. De stroming moet herkenbaar zijn (denk dus aan kleur, vormgeving, schilderstijl, technieken enz.) 

Stappenplan:

  1. Zoek twee schilderwerken van bekende kunstenaars die werkten in verschillende stijlen (!) van na 1880;
  2. Doe een kort onderzoek naar de achtergronden van deze kunstenaars en bekijk de verschillende stijlen en technieken.

Zoek info over de volgende aspecten: waar en wanneer leefden deze kunstenaars? Wat zijn de kenmerken van die tijd? Was er een reden waarom zij op een bepaalde manier werkten? Wat was er nieuw aan hun manier van werken?

Bewaar dit onderzoek en lever het in bij je eindwerkstuk (TIP: vastnieten/opplakken)

  1. Maak in het klein een compositie (ordening op papier) waarin je een mengeling zoekt tussen de twee kunstwerken; experimenteer met combineren van ruimte, restruimte, technieken, kleur enzovoort;
  2. Oefen met de juiste technieken en materialen.
  3. Werk je kleine oefening uit op groot formaat met een kader/kantlijn van 5 cm.
  4. Gebruik van alle twee de kunstenaars de stijlkenmerken en technieken, zodat de kunstenaars herkenbaar zijn in je eindwerkstuk.

KEUZEOPDRACHT: van 2d naar 3d

Zoek een schilderij op van een bekende kunstenaar die tussen 1880 en 1960 gemaakt is en dat je mooi of treffend vindt. Bestudeer het werk van deze kunstenaar en verander het tweedimensionale origineel naar een driedimensionaal werk. In je werk verwerk je de stijl en techniek van de kunstenaar! De kunststroming moet herkenbaar zijn (denk dus aan kleur, vormgeving, schilderstijl, technieken).

Stappenplan:

  1. Zoek twee (schilder)werken van bekende kunstenaars die werkten in verschillende stijlen (!) van na 1880;
  2. Doe goed onderzoek naar de achtergronden van de kunstenaar en bekijk de verschillende stijlen en technieken.

Zoek info over de volgende aspecten: Zoek info over de volgende aspecten: waar en wanneer leefden deze kunstenaar? Wat zijn de kenmerken van die tijd? Was er een reden waarom hij/zij op een bepaalde manier werkte? Wat was er nieuw aan de manier van werken? Bewaar dit onderzoek en lever het in bij je eindwerkstuk (TIP: vastnieten/opplakken)

  1. Maak in het klein een schets op papier waarin je nadenkt over hoe je gaat werken, welke materialen en hoe je het gaat maken. Oefen met combineren van ruimte, restruimte, technieken, kleur enzovoort;
  2. Oefen met de juiste technieken en materialen.
  3. Werk je plan uit in een ruimtelijk werkstuk, werk het netjes af.
  4. De kunstenaar is herkenbaar in je eindwerkstuk!

Afronden

Afronden met een procesverslag.

Je levert aan het einde van deze opdracht de volgende dingen in

- tekeningen en schetsen van je idee

- het stukje theorie over de kunststromingen die je combineert of uitgewerkt hebt

- foto's van je eindwerkstuk 

 

Criteria:

- In je werkstuk is te zien dat je kennis hebt van de vormgeving en techniek van de stroming(en) die je hebt gebruikt

- Je maakt zichtbaar dat je hebt geoefend met composities, ideeen en technieken

- In je procesboek laat je zien dat je kunt reflecteren op je werkwijze en analyseert de kwaliteit van het beeldend werk

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb