Introductie
Waar gaat dit thema over??
In het thema Hollandse Meesters maak je kennis met bekende kunstenaars uit het verleden en heden. De titel Hollandse Meesters verwijst naar wereldberoemde schilders uit Nederland! Daar mogen we dus trots op zijn.
In dit thema ga je lekker tekenen, schrijf je een leuk artikel over de Hollandse Meesters en je gaat zelf ambachtelijk werken met kroontjespen en inkt of je verandert werk van grote meesters in een hedendaagse versie. Lees maar eens verder!
Opdracht 1 - oefenen
De Hollandse Meesters en stofuitdrukking
De Hollandse Meesters staan bekend om hun vaardigheid van het weergeven van stofuitdrukking. Kijk maar eens in de afbeelding hieronder. Daar zie je een prachtig geschilderd stilleven. Het glas lijkt echt glas, het doek lijkt ook echt een doek. De citroen ziet er levensecht uit! Of misschien ken je die beroemde 'kragen' wel die door Rembrandt zijn geschilderd!
Dat noem je stofuitdrukking. De Hollandse Meesters zijn er beroemd mee geworden! Je geeft dus de kijker het gevoel dat het materiaal in de voorstelling echt is.
Jij gaat oefenen met stofuitdrukking. Dat vereist een heel aandachtige manier van tekenen met je kleurpotlood!
Zoek in een tijdschrift (zelf meenemen!) of op internet (bijvoorbeeld een natuur- of modetijdschrift) een goede afbeelding/foto van minstens 10x10cm waar gladde, ruwe en zachte texturen en structuren op te zien zijn. Knip deze netjes uit op formaat 10x10 cm en plak deze aan de zijkant op een papier.
Deze afbeelding ga je natekenen door die twee keer te vergroten. Dit is de handigste manier:
1. Verdeel de afbeelding in kleine vierkanten van 2 cm (maak een raster door om de 2 cm lijnen te trekken)
2. Teken naast de afbeelding een vierkant van 20x20 cm, die je verdeeld in vierkanten van 4 cm
3. Teken met behulp van het raster de afbeelding zo goed mogelijk na met de techniek KLEURPOTLOOD. Arceer voorzichtig en meng kleuren. Teken zo netjes mogelijk na.
Probeer door je techniek zo goed mogelijk het begrip stofuitdrukking te verwerken! (oefenen met de techniek is dan natuurlijk logisch!)


Opdracht 2 - onderzoek (huiswerkopdracht)
Wie waren de Hollandse meesters?
Waarom weet iedereen wie Rembrandt is? En dat iedereen 'het melkmeisje' wel kent? De Hollandse Meesters zijn eigenlijk heel bekend, en hoort bij de trots van Nederland. Daar gaat deze opdracht over: wie waren de Hollandse Meesters uit de Gouden Eeuw eigenlijk? Bekijk hiervoor de onderstaande video's over de kunst van de Gouden Eeuw en de Hollandse Meesters. Je kunt natuurlijk ook van alles vinden op het internet. Je gaat van dit theorie-onderzoekje naar Hollandse Meesters een leuk artikeltje schrijven!
Opdracht: Je schrijft een leuk en vlot stukje van totaal 2 pagina's voor een kindertijdschrift (voor kinderen in de leeftijd van ongeveer 9 jaar) over de Hollandse Meesters (dit zijn Johannes Vermeer, Rembrandt, Frans Hals en Jan Steen). Je kunt dit doen in Word, maar je kunt beter werken in andere programma's zoals CANVA (gratis app voor windows).
In het artikel zorg je voor een duidelijke opbouw (korte introductie, informatie, afsluiting). In je artikel wordt duidelijk wat Hollandse Meesters uit de Gouden Eeuw zijn, waarom ze zo bekend zijn, wie het zijn en wat ze hebben gemaakt. Uiteraard zitten er mooie plaatjes bij (4 van elke kunstenaar!), en de afbeeldingen passen bij de informatie in de tekst. Het maken van een rebus of een puzzeltje is ook mooi, want dat maakt het speels.
Je schrijft dit voor kinderen van ongeveer 9 jaar. Dat betekent dat je er een leuk artikel over maakt die er leuk uitziet, niet teveel tekst heeft en dat je jouw schrijfstijl lekker eenvoudig maakt!
EISEN:
- In je artikel beschrijf je waarom de schilders zo beroemd zijn.
- De informatie past op 2 A4 zoals je die je ook in een tijdschrift ziet.
- Opmaak: een mooi lettertype met mooi opgemaakte tekst, aangepast aan de doelgroep van 9-jarige lezers (!)
- Leuke leesbare informatie, niet te lang maar wel interessant.
- De afbeeldingen passen bij de informatie in de tekst
- Minstens 4 afbeeldingen van schilderijen van elke kunstenaar
- Je bronvermeldingen aan het einde van het artikel
Opdracht 3
LEES DE OPDRACHT EERST helemaal DOOR.
Opdracht oefenen pen en inkt
Rembrandt van Rijn, een van onze grootste Hollandse meesters was een ster in het maken van etsen. Etsen is een druktechniek waarbij met een pennetje in een metalen plaat gekrast wordt. Daarna wordt deze plaat ingerold met inkt. De plaat wordt na het inrollen schoon geveegd, maar de inkt blijft wel in het ingekraste deel zitten. De plaat wordt dan afgedrukt op vochtig papier en er ontstaat een (gespiegelde) afbeelding. Hoe meer krasjes dicht bij elkaar, hoe donkerder het deel van de tekening wordt.
Een techniek die lijkt op etsen is het tekenen met kroontjespen en inkt. Met pen en inkt kun je prachtige dingen maken! Bij dit thema ga je zelf een pentekening maken. Je gaat de tekening arceren met een kroontjespen en inkt, met verschillende structuren, zoals je hiernaast kunt zien. Het gebruiken van verschillende structuren bij elkaar maakt straks de tekening mooi.
START
Je start met deze oefening: teken op een blad papier minstens 12 hokjes van ongeveer 5x5 cm. In deze hokjes ga je bezig met pen en inkt tekenen van verschillende structuren. Zie de afbeeldingen hiernaast. Die structuren maak je door dunnen en dikke lijntjes, dicht bij elkaar en verder uit elkaar, kris kras of juist netjes geordend. Daarmee moet je geduldig experimenteren. Kijk voor voorbeelden naar de afbeeldingen hiernaast en onder de instructievideo.
De oefening moet je ook goed bewaren, want die lever je ook in bij je werkstuk. In deze hokjes ga je verschillende structuren tekenen met pen en inkt. De docent kan je daarmee op weg helpen.
Structuren maak je door te arceren met de lijntjes, dicht bij elkaar zodat het donkerder wordt, of juist met bepaalde vormen, zodat er vormen/structuren ontstaan. Kijk maar een naar de afbeeldingen hiernaast en hieronder.
EINDOPDRACHT
Nadat je goed hebt geoefend en het onder de knie hebt, kies je één van onderstaande onderwerpen. Bij alle onderwerpen gebruik je in je tekening de beeldende begrippen overlapping, afsnijding en groot-klein. Je werkt met pen en inkt. Teken ook een achtergrond! Maak dit werk op een iets groter formaat, met een kantlijn van 3 cm.
De eindopdracht is gebaseerd op onderwerpen van de schilders in de Gouden Eeuw: stillevens, bijzondere dieren, stadsgezichten. De Hollandse schilders werden bekend vanwege hun schilder- en tekentechnieken.
Kies een onderwerp en ga daarmee aan de slag. Lees goed door!
keuze 1. STILLEVEN
Maak met grijs potlood voorzichtig met zachte lijnen een tekening van een stilleven, uit de Gouden eeuw. Dit mag een pronkstilleven zijn, maar ook een bloemstilleven of een vanitas (ff googelen). Dit stilleven teken je eerst (LET OP: heel zachtjes!!) met grijs potlood. Daarna ga je dit stilleven arceren met pen en inkt, met de verschillende structuren zoals uit de eerste opdracht. Als de opzet/voorzichtige tekening in potlood klaar is kun je starten met pen en inkt. Bedenk eerst welke structuren je op welke plek wilt aanbrengen. Je kunt het ook op je tekening aangeven met potlood. Als de inkt droog is (heel belangrijk!) kun je de overgebleven potloodlijntjes uitgummen.
Werk beeldvullend (Er zitten dus dingen in de achtergrond, bijvoorbeeld een bolletje wol bij ene kat, blaadjes bij een giraffe en bomen bij een stadsgezicht)!
keuze 2. EEN DIER
Maak met grijs potlood voorzichtig met zachte lijnen een tekening van een de kop van een dier. Maak deze tekening op staand formaat. Een dier heeft vaak ook een interessante vacht/huid, het is zacht, gevederd, behaard of bijvoorbeeld geschubd. Werk hierna je tekening uit met de techniek van kroontjespen en inkt. Hier gebruik je de structuren zoals uit opdracht 1. Probeer met donker en licht te werken, zodat er contrast en vorm ontstaat. Als de opzet/voorzichtige tekening in potlood klaar is kun je starten met pen en inkt. Bedenk eerst welke structuren je op welke plek wilt aanbrengen. Je kunt het ook op je tekening aangeven met potlood. Als de inkt droog is (heel belangrijk!) kun je de potloodlijntjes uitgummen.
Werk beeldvullend (Er zitten dus dingen in de achtergrond, bijvoorbeeld een bolletje wol bij ene kat, blaadjes bij een giraffe en bomen bij een stadsgezicht)!
keuze 3. EEN STADSGEZICHT
Ook stadgezichten en gevels (de voorkanten van huizen) waren in de Gouden Eeuw een populair thema. Kijk voor mooie voorbeelden hieronder. Maak met grijs potlood voorzichtig met zachte lijnen een tekening van een stadsgezicht/skyline/ gevels. Teken dit daarna over met kroontjespen en inkt. Als de opzet/voorzichtige tekening in potlood klaar is kun je starten met pen en inkt. Bedenk eerst welke structuren je op welke plek wilt aanbrengen. Op de verschillende gebouwen teken je met pen en inkt verschillende lichte en donkere structuren zoals uit opdracht 1. Je kunt het ook op je tekening heel licht aangeven met potlood. Als de inkt droog is (heel belangrijk!) kun je de potloodlijntjes uitgummen.
Werk beeldvullend (Er zitten dus dingen in de achtergrond, bijvoorbeeld een bolletje wol bij een kat, blaadjes bij een giraffe en bomen bij een stadsgezicht)!












Criteria/eisen
- Je maakt gebruik van contrasten (licht donker) en schaduwen (vorm), om materiaal en plasticiteit te geven aan de dingen die je tekent.
- Je eindwerk is beeldvullend (geen witte stukken meer)
- Je gebruikt verschillende pentechnieken en structuren (dik/dun arceren, variatie in toon, strepen, vormen) in je tekening waardoor er een afwisseling ontstaat in licht donker contrasten (zoals uit je oefeningen met inkt!)
- Je werk is interessant om naar te kijken door de afwisseling van structuren
- Je hebt jezelf uitgedaagd en je hebt zorgvuldig gewerkt
Opdracht 4 - afronden
Je maakt voor de afronding van dit thema een kort verslagje in een paar zinnen waarin je je oefeningen en werkstukken bespreekt en kort beschrijft hoe je zelf terugkijkt op deze opdracht. Je kunt hiervoor onderstaande wat is de kwaliteit van je werkstuk? Wat had je anders moeten doen? Waar ben je tevreden over? Heb je jezelf uitgedaagd? Heb je een WOW-factor in je werkstuk?
Je kunt dit op de computer doen, maar ook met de hand op papier (soms nog wel sneller). Je kunt elkaar natuurlijk ook helpen!
Daarnaast maak je als afronding een puzzel. Dit doe je op de volgende manier: je maakt deze puzzel door goede vragen te stellen (als je plaatjes gebruikt van kunstwerken krijg je BONUS) over de vier behandelde Hollandse Meesters (Rembrandt, Vermeer, Hals, Steen) van dit BVG thema. De opdrachten kun je hierboven nog teruglezen.
Je kunt hiervoor je werkstuk gebruiken die je aan het begin hebt gemaakt: de infographic over de Hollandse Meesters. Maak 6-12 vragen. Per vraag gebruik je een ander kunstwerk. Deze vraag en antwoorden resulteren in een zelfgemaakte Philippine (een bepaalde soort woordpuzzel).

VOORBEELD VRAAG & Antwoord BIJ PUZZEL
VRAAG: Hiernaast zie je een detail van een beroemd schilderij uit de Hollandse Gouden Eeuw. Je ziet de parel uit het schilderij 'meisje met de parel' van Vermeer, die met een paar vlekjes verf de parel laten zien.
Hoe noem je het als een vorm door schaduwgebruik, licht en donker tevoorschijn komt?
ANTWOORD: Plasticiteit
Maak jouw eigen website met JouwWeb