Thuisopdracht 1

Kunst? Hoezo? 

Omdat je niet alleen op school leert maar ook thuis zijn er voor Beeldende Vorming in klas 3 ook een aantal grotere thuisopdrachten voor jullie. Deze opdrachten maak je in je eigen werktijd, dus niet in de lessen BVG. Je kunt natuurlijk wel vragen stellen! De opdrachten hebben een rode draad: Nadenken over de vraag 'wat is kunst?' en het stapsgewijs bedenken van vijf voorwaarden voor wat kunst is. Die 'voorwaarden' komen terug in elke thuisopdracht, en na elke opdracht maak je de voorwaarden beter. 

Een interessante starter is het kijken van deze aflevering van Klokhuis. Om kunst te begrijpen/waarderen is het belangrijk om tijd te nemen om er over na te denken. De thuisopdrachten leren je om te kijken en om een onderwerp/kunstenaars te onderzoeken. Dit betekent dat je veel zelf uitzoekt, onder woorden brengt en dat je laat zien hoe goed jij je kunt vastbijten in een onderwerp.   

Introductie

Deze opdracht bestaat vaak uit lees- en kijkmateriaal en vervolgens een aantal opdrachten.

Let op: het zijn 4 opdrachten bij elkaar (A, B C en D).

De tijd die je voor deze opdrachten nodig hebt varieert: soms zal wat langer met een opdracht bezig zijn, soms korter. Je moet je tijd dus goed plannen!

Je maakt de opdrachten individueel, tenzij anders is aangegeven. Dat je met andere leerlingen deze opdrachten bespreekt dat is logisch, maar je maakt altijd je eigen document en kiest altijd je eigen woorden. Het kiezen van eigen woorden is belangrijk omdat je moet laten zien dat je de stof begrijpt. Het vormen van een mening doet ertoe! Als je internet als bron gebruikt dan moet je de bron erbij vermelden en ook in je eigen woorden schrijven.
De meeste opdrachten gaan over kunst. Kunst gaat over het vormen van je eigen visie op wat je ziet en leest.

Opdracht A

Kijk de fragmenten en lees de onderstaande teksten en bestudeer de informatie in de bronnen en weblinks. Aantekeningen maken tijdens kijken/lezen wordt aanbevolen, want dat structureert je gedachten.